
Vorig jaar heeft Broadcast Partners een DAB-verbeterplan geschreven waarbij een goede frequentie-indeling wel mogelijk zou zijn. Eind 2017 heeft de Tweede Kamer zich uitvoerig laten informeren tijdens een rondtafelgesprek met alle afgevaardigden uit de sector en het ministerie van Economische Zaken.
Na het rondetafelgesprek zijn in opdracht van de Tweede Kamer een Taskforce DAB+ en een technische werkgroep geformeerd om het DAB-verbeterplan uit te werken en te vertalen naar overheidsbeleid. In de Taskforce DAB+ waren alle belangenorganisaties vertegenwoordigd: NPO, VCR, RPO en NLCR. Bij de laatste vergadering waren ook lokale omroepen aanwezig die zich grondig lieten informeren.
De technische werkgroep heeft in opdracht van de Taskforce DAB+ alle technisch mogelijke frequentie-indelingen onderzocht. Hierbij is gekeken welk scenario leidt tot een zo optimaal mogelijke DAB+ frequentie-indeling. Daarbij is rekening gehouden met het uitgangspunt ‘hoogwaardige uitzend- en ontvangstkwaliteit voor streekomroepen’. Het geadviseerde scenario sluit hier het best op aan en biedt maximale capaciteit, met name voor de streekomroep.
OLON/NLPO en VNG hebben afgesproken dat de huidige lokale omroepen worden omgevormd naar een veel kleiner aantal streekomroepen met doelgebieden die worden samengesteld uit de sociaal-culturele en economische omgeving waarin mensen wonen, werken en recreëren.
De oorspronkelijke wens van NLPO om 81 DAB+ allotment toegewezen te krijgen, bleek niet haalbaar. Maar met de geadviseerde optie wordt wel voorzien in tenminste 50 sub-regionale multiplexen voor de streekomroepen die in voorkomende gevallen een allotment delen. De DAB-multiplexen bieden hiervoor ruim voldoende capaciteit. Het DAB-verbeterplan biedt de mogelijkheid om één centrale hoogvermogen zender in te zetten per netwerk. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddeld uitzendvermogen van ongeveer 500 Watt ERP en een relatief grote antennehoogte. Zo nodig wordt een tweede zender ingezet om een optimaal bereik te realiseren. Uit onderzoek is gebleken dat dit veel beter werkt dan het laagvermogen concept uit het oorspronkelijke basisplan van NLPO. Daarbij is het ook aanzienlijk goedkoper.
Op deze manier is het mogelijk om multiplexen op maat in te zetten, met zowel indoor- als outdoor dekking van een goede kwaliteit en met een lagere exploitatieprijs. Dat sluit beter aan bij de behoefte van de streekomroepen en de door NLPO geformuleerde strategische uitgangspunten voor professionalisering van de sector richting streekomroep.
Voor de publieke streekomroepen zijn er aanzienlijke voordelen te behalen. Zo zal de DAB-ontvangst in de doelgebieden van de streekomroepen goed zijn, vergelijkbaar met de ontvangst van landelijke- en regionale omroepen. De kosten zullen lager zijn vanwege een andere netwerkindeling waarbij minder zenders, opstelpunten en aanvoerlijnen nodig zijn. Doordat er meerdere omroepen binnen een multiplex kunnen opereren, wordt ook op die manier een kostenvoordeel behaald. Als de indeling van de streekomroepen goed wordt uitgewerkt, kan dit ook verbindend werken op sociaal-cultureel en economisch vlak.
Robert-Jan van der Hoeven van Broadcast Partners heeft er veel vertrouwen in dat het advies, dat voort is gekomen uit het 'DAB-verbeterplan', op korte termijn definitief wordt. Daarna moeten er nog wel een aantal stappen gezet worden voordat het verbeterplan in praktijk gebracht kan worden. De overheid moet het advies gaan omzetten in beleid en er is ook nog afstemming nodig met onze buurlanden